Als schrijver van kinderverhalen heb ik me vaak afgevraagd waarom fabelachtige wezens als feeën en elfjes zo’n sterke aantrekkingskracht hebben op kinderen.
Als we ouder worden schuiven beter uitgewerkte personages naar de eerste plaats, en gaat ons hartje kloppen voor Elsa en Harry Potter.
Bij jongere kinderen echter is het feeën en elfjes all the way. Maar wat is de kracht van feeën en elfjes?
Wat maakt dat onze verbeelding zo sterk geprikkeld wordt door de kleine magische wezentjes? Wat maakt dat we onmiddellijk in extase zijn als we er eentje zien in boeken, op tv of in de Efteling?
Ik herinner me de eerste keer dat ik door Droomvlucht zweefde.
Wie kent ‘m niet, de magische attractie, tot de nok toe gevuld met elfjes, feeën en boswezentjes, ieder van hen doordrenkt van de magische Anton Pieck Efteling sfeer.
Droomvlucht was nog niet lang open toen ik stuiterend van de zenuwen in het karretje stapte (bootje? ballonnetje? is iets een karretje als het zweeft? Ik ga voor karretje).
Algauw zweefde ik door een dromerige ruimte met luchtkastelen, werd ik omringd door magie in een sprookjesbos vol wonderen en kwam ik via een fabelachtige sterrentunnel in een woudachtige omgeving waar je tussen de bomen, feeën en watervallen door naar beneden zoeft.



Als je vijf bent, bestaat het allemaal echt. Die elfjes wonen hier, daar was mijn vijf-jarige ikje van overtuigd. Zij leven hier. Ze zijn lekker bezig met hun dagelijkse dingetjes. En ik mocht daar even bij zijn!
(en het feit dat je af toe een glimp op vangt van de karretjes om je heen doet daar helemaal niets vanaf).
Toch blijft de vraag... Waarom feeën? Waarom elfjes?
Is het de combinatie van mooie haren, perfecte gezichten en prachtige jurken? Misschien is ons beeld van schoonheid en esthetiek als we vijf zijn al vaak genoeg ingefluisterd door Moeder Cultuur, zodat we dat het enorm waarderen als iets eraan voldoet.
Of doen de glinsterende vleugeltjes op hun rug een verlangen in ons ontbranden om ons hard af te zetten en de lucht in te zoeven? Of komt onze fascinatie doordat ze kunnen toveren? Heeft het iets te maken met de geruststellende werking die uitgaat van feeën, omdat ze mensen vaak helpen met hun toverkracht?
Natuurlijk speelt het allemaal een rol.
Vliegen? Cool!
Toveren? Yes please.
Een vriendelijke helper of stoute trickster? Kom maar door met allebei!
En Moeder Cultuur? Tja, ook die heeft een behoorlijke invloed (for better or worse).
Toch verklaren deze dingen niet alles, want er zijn wel meer fictieve wezens die kunnen toveren of vliegen. En zij kunnen de aantrekkingskracht die uitgaat van feeën en elfjes niet evenaren.
Nee het antwoord komt in me op als ik terug denk aan het moment in Droomvlucht dat mij als kind het meest intrigeerde.
Het meest magische Droomvlucht moment is...
Aan het einde van de rit is er natuurlijk het welbekende foto momentje. Vol verwondering suis je naar beneden in de laatste betoverende hal, en opeens: Flits! Foto genomen. Uit een reflex knijpen je ogen dicht.
En hoe mooi Droomvlucht ook is, hoe magische, hoe prachtig, de meest prangende vraag was voor mij op dat moment:
Wat gebeurt er tijdens die flits? Wat voeren de feeën uit op dát moment, dat wij het niet mogen zien?
Mijn kleine kleuter breintje had de conclusie getrokken dat de flits veroorzaakt was door de feeën, zodat ze ultra geheime activiteiten konden ondernemen. Ik kon nog niet speculeren in goed geformuleerde antwoorden, maar ik ging ervan uit dat er in elk geval iets heel magisch gebeurde op dat moment. Magisch én geheim.
En dus schuilt het antwoord in het mysterie.
Want die geheimzinnigheid is er niet alleen tijdens het foto moment. Het hangt eigenlijk altijd om elfjes en feeën heen. En waar een mysterie is, is opeens van alles mogelijk…
En als wij mensen iets aantrekkelijk vinden dan is het wel mogelijkheden!